'iedereen wil hier weg'
No.10 Khabarovsk / 07.02.2013
In Khabarovsk ga ik op bezoek bij studenten die leven in een obshjezjitije, oftewel een studentenwoning. In Rusland krijgen studenten woonruimte aangeboden via de universiteit. Vaak in oude sovjetflats, met twee tot vier personen per kamer. Zo ook Masja (23) en Zina (22). Ik heb met hen afgesproken op het centraal gelegen Leninplein. Samen lopen we over de met een dikke laag ijs bedekte straten richting hun huis.
Onderweg vertellen Masja en Zina dat ze Engels studeren. Net als veel studenten hopen ze na hun studie een baan te vinden in het buitenland of in het westen van Rusland. ‘Iedereen wil hier weg. Het leven in het Verre Oosten is duur. De maandelijkse huur van een eenkamerappartement bedraagt tussen de 400 en 600 euro, maar een gemiddeld startersalaris is 400 euro per maand. De sociale voorzieningen zijn hier slecht zijn en de winters duren lang en zijn extreem koud.’
De hoge huurprijs is de voornaamste reden dat zij ervoor kozen in een obshjezjitie te gaan wonen. Hier betalen ze slechts 100 roebel per maand, omgerekend 2,5 euro. Het bedrag waarvoor je in de rest van Khabarovsk net een kopje koffie kunt kopen. Ook kunnen zij allebei gratis studeren: ‘In Rusland heb je twee soorten studenten: zij voor wie de studie en woonruimte betaald wordt door de universiteit, en zij die dit zelf moeten betalen. Het is afhankelijk van de hoogte van de score van de eindtoets op de middelbare school. Als deze hoog genoeg is beland je in de eerste groep en krijg je daarnaast ook nog een maandelijks toelage van minimaal 50 euro. Als je score niet zo hoog is ontvang je niets en betaal je 1500 euro per jaar collegegeld en 75 per maand aan huur voor de obshjezjitie’. Het is veel geld voor een land waar bijvoorbeeld een dokter gemiddeld 300 euro per maand verdient. Bij Masja en Zina in de klas studeert ongeveer een derde van de studenten gratis.
Na een korte wandeling komen we aan bij de studentenflat. Het is precies zoals je een sovjetflat voorstelt: grijs, oud en vervallen. De entree bestaat uit een kale hal, in een ver verleden lichtgroen geverfd. Nu kleuren de muren bruin met hier en daar een stukje afgebladderde verf. Achter in de hal staat een klein met glas afgeschermd hokje, waarin een stevige, nors kijkende vrouw toezicht houdt op wie er allemaal het pand binnenkomt. Ze kijkt argwanend mijn kant op. Maar voordat ze mij de toegang heeft kunnen ontzeggen hebben Masja en Zina mij al kundig langs haar heen gemanoeuvreerd.
De kamer van Masja en Zina bevindt zich op de zevende etage. In principe is er een lift, maar deze werkt al jaren niet meer. Dus gaan we met de trap. Elke etage bestaat uit een lange gang met aan beide kanten deuren die naar de slaapkamers leiden. Masja en Zina hebben geluk, zij slapen maar met twee personen op een kamer. In andere gebouwen delen studenten een kamer met vier personen. Ook hebben Masja en Zina het voordeel dat ze vrienden zijn: ‘Je mag je eigen kamergenoot niet zelf uitzoeken, dus het is altijd afwachten met wie je op een kamer belandt. Je kunt je voorstellen wat voor ruzies daar uit kunnen ontstaan’, vertelt Masja.
Het is een kleine kamer van ongeveer 13 vierkante meter. Aan de ene kant staat een stapelbed en aan de andere kant een grote oude bank, met bruin bloemetjesmotief. Boven de bank hangen plankjes, vol met boeken en prullaria. Bij de ingang is nog net genoeg ruimte voor een klein tafeltje om thee aan te drinken. Binnen is het broeierig warm. De verwarming wordt centraal geregeld en het is niet mogelijk zelf de temperatuur af te stellen. Vreemd genoeg moet ik in Rusland meer wennen aan de hitte in de huizen dan aan de kou op straat. Masja en Zina vinden het geen probleem. Ze zijn al lang blij dat verwarming het doet, in tegenstelling tot het warme water dat om de zoveel tijd wordt afgesloten: ‘De kwaliteit van de waterleiding is zo slecht dat deze om de drie maanden moet worden afgesloten voor onderhoud. Soms hebben we dan wel een maand achter elkaar geen warm water’.
Verderop in de gang bevinden zich de gezamenlijke keuken, een tafeltennistafel, één douche voor de gehele afdeling en een ruimte om huiswerk te maken. Deze week is het examenperiode en ook Roman (21) is druk aan het studeren. Hij studeert installatietechniek om later in de olie- en gasindustrie te kunnen werken. Hij is hardwerkend, ambitieus en heeft zijn middelbare school met een excellente score afgerond. Hij is daarom een van de gelukkigen die een studiebeurs ontvangt. De hoogte van de maandelijkse toelage is afhankelijk van de cijfers die je haalt voor je examens op de universiteit. Het puntensysteem gaat van 1 tot 5. Als je gemiddelde een 3 is ontvang je 50 euro per maand. Maar als je, zoals Roman, voor al je vakken een 4 of een 5 haalt krijg je 150 euro. Het is een goede motivatie om hard te studeren, want lager scoren heeft de consequentie dat in het volgende semester direct je studiebeurs wordt gekort.
Maar stel dat je af een toe even geen zin hebt om te studeren, dan is er altijd nog een andere uitweg: het omkopen van de docent. ‘Iedereen heeft wel eens een tentamencijfer gekocht’, vertelt Roman. ‘De prijzen liggen relatief vast, ongeveer 50 euro per tentamen. Sommige leraren zijn om te kopen, bij anderen is het lastig. De studenten weten precies bij welke docenten ze terecht kunnen. Het is informatie die door de ouderejaars wordt doorgegeven aan de jongere generatie. Bij ons op de universiteit is bijvoorbeeld een docente waarvan iedereen weet dat je bij haar gemakkelijk je cijfer kunt kopen. Veel studenten doen dat dan ook. We maken altijd grappen over haar. Elke week heeft ze nieuwe, dure kleren en ze rijdt een auto die iemand met een gemiddeld salaris nooit zou kunnen betalen. Het is geen geheim hoe ze aan haar geld komt. Zo openlijk gebeurt het. ‘
Ook Katja (23) woont in een obshezjitije, maar dan een paar straten verderop. Ze studeert aan een andere universiteit. Deze is verbonden aan de Russiche Spoorwegen en vanuit haar kamer kijk je uit op een oude treinlocomotief die studenten gebruiken om te leren hoe een trein werkt. Katja studeert rechten en economie. Haar score op de middelbare school was niet hoog genoeg om in aanmerking te komen voor een beurs, maar ze heeft dit opgelost door deel te nemen in het voetbalteam van de universiteit. Daarmee heeft ook zij recht op dezelfde voordelen. Ze deelt haar kamer met twee andere meisjes. Het is er een gezellige troep. De vloer is bedekt met kleren, make-up en boeken. Katja ontvangt geen geld van haar ouders en moet daarom naast haar studie een paar dagen per week werken. Nu werkt ze op een accountantskantoor, maar tot een paar maanden geleden was ze serveerster in een restaurant. Meestal was ze pas om drie uur ’s nachts klaar. Lastig als je weer vroeg moet opstaan voor je colleges. Zeker als je in een obshezjitije woont. De regels zijn streng. Na 11 uur ’s avonds is de deur gesloten en mag niemand het gebouw in of uit. Daarom moest Katja na haar werk nog tot zes uur ’s ochtends wachten in de nachtwinkel om de hoek voordat ze haar kamer in mag. Om 7.30 werd ze alweer gewekt door de centrale wekker die elke ochtend door het hele gebouw galmt.
Elke verdieping heeft een opzichter die er op toeziet dat de regels worden nageleefd. Als ik bij Katja op bezoek ben is het toilet afgesloten. Er hangt een briefje op de deur met de tekst ‘genoeg gerookt’. Katja vertelt dat roken en drinken verboden is, maar dat er op de wc soms stiekem gerookt wordt. Als de opzichter hierachter komt sluit ze als straf de wc-deur af, zodat de hele afdeling een aantal uur niet naar het toilet kan. Als je wordt betrapt met roken of drinken op je kamer riskeer je dat je van de obshezjitie wordt verwijderd. Dit gebeurt regelmatig volgens Katja. ‘Maar’, zo vertelt ze, ‘iedereen weet dat de directeur van de campus een groot liefhebber is van whisky. Het kost wat geld om een goede fles te bemachtigen, maar als je er een cadeau doet aan de directeur valt er meestal wel wat te regelen.’ En zo bestaat er in Rusland voor ieder ongemak ook weer een gepaste oplossing.