'Ik weet waartoe de politiek in staat is'
No.19 Podgornoje / 11.06.2015
Vgenija (88) en haar zoon Sasha (51) kibbelen de hele dag door. Over de boodschappen. Over het huishouden. Over dat hij niet zuinig genoeg is met het water. Over wat de katten moeten eten. Sasha heeft twee katten meegenomen uit de stad en voert ze kattenvoer. Vgenija vindt dit onbegrijpelijk. Een kat kan toch gewoon alles eten.
Vgenija en Sasha wonen sinds een paar maanden weer samen in hetzelfde huis in het dorpje Podgornoje. Sasha is eigenlijk journalist. Hij werkte voor het onafhankelijk televisiestation TV2 in de stad Tomsk en maakte kritische items over de huidige stand van zaken in zijn land en regio. Na een lange periode van problemen met de overheid werd het televisiestation begin 2015 gesloten. Alle journalisten staan op straat. Een aantal van hen worden nu als Amerikaanse spionnen aangemerkt in de lokale media.
Het was in deze periode dat ook zijn moeder ziek werd en hij besloot terug te gaan naar zijn geboortedorp om voor zijn oude moeder te zorgen. Het huis is sinds zijn kinderjaren weinig veranderd. Koken gebeurt op een houtoven, wassen in een eenvoudige sauna in de tuin. Stromend water is er niet. Sasha, gewend aan een leven in de stad, moet erg wennen aan zijn nieuwe leefomstandigheden. In de achterkamer heeft hij zijn computer en andere apparatuur uitgestald. In de hal staat een grote hutkoffer met boeken die hij verder als enige bagage heeft meegenomen. En natuurlijk zijn katten. Gelukkig is er internet en via facebook kan hij nog enigszins contact onderhouden met de buitenwereld.
Vgenija, zijn moeder, is niet geboren in Rusland. Ze komt uit Moldavë. In 1941, tijdens de bezetting door de Sovjetunie, werd zij samen met haar familie en duizenden landgenoten in een goederentrein gedeporteerd naar Siberië. Ze was toen veertien jaar. Hier aangekomen werden ze in barakken gestopt. Zonder eten en zonder warme kleren voor de winter die al snel intrad. Binnen een paar maanden stierven haar moeder, haar zus en haar oudste broer. Haar vader werd naar een werkkamp gestuurd. Wat er met hem is gebeurd weet ze niet. Ze heeft hem nooit weer teruggezien. Zelf had ze het geluk dat ze werd opgenomen door een plaatselijk gezin. Ze kon helpen in het huishouden, in ruil voor eten en onderdak.
Pas in 1956 werd de ballingschap opgeheven. Maar Vgenija had ondertussen een man gevonden en besloot te blijven. In Moldavië was er immers niemand meer om naar terug te keren. In dit dorp is zij niet de enige met een dergelijke geschiedenis. Sasha wijst de huizen aan in de straat: 'Daar wonen Duitsers, daar ook Moldaven, die daar zijn als koelakken gedeporteerd.' De verhalen zijn allemaal soortgelijk.
's Avonds heeft Sasha vissoep bereid. Vgenija eet met kleine hapjes, maar vastberaden, haar kom leeg. Ondertussen praat ze opgewonden in op haar zoon. Ze is bang. Bang omdat haar zoon openlijk Poetin bekritiseert en onlangs nog een demonstratie tegen de sluiting van TV2 heeft bijgewoond. 'Alsjeblieft Sasha, laat je niet in met politiek, smeekt ze haar zoon. Ik weet wat er kan gebeuren. Tijdens Stalin was er niemand die het overleefde als je kritisch was. Ik kan het weten!' Sasha laat het betoog van zijn moeder gelaten over zich heen komen. Het is niet de eerste keer dat hij dit hoort. Zijn moeder kan de laatste tijd over bijna niks anders meer praten. Voor Sasha is het zwaar om steeds weer de verhalen te horen over de verschrikkingen die zijn moeder heeft meegemaakt. Maar helemaal ongelijk heeft ze niet volgens Sasha. Ook hij voelt de parallellen tussen het verleden en het heden. Hij is immers zelf ook, weggestopt in dit dorp, monddood gemaakt. De frequentie waarmee in Rusland de laatste tijd wetten worden uitgevaardigd die de vrijheden van burgers inperken is groot en de angst keert terug. De stalinistische repressie is nog diep in het collectieve geheugen geworteld.